Twee vingers in de neus


 

 

 

Het ging al lang niet meer zo lekker op de fiets. De vaart was er een beetje uit en ik liet me niet langer verleiden te versnellen als ik werd ingehaald. En gedachten als voor het bruggetje mijn voorligger in te willen halen, kwamen me  wereldvreemd voor. Ik twijfelde aan de woorden van mijn wielrennende collega dat de afstand Wijchen Nijmegen, die ik dagelijks reed, in twintig minuten afgelegd kon worden. Langzamerhand kwam echter toch het besef dat hij meer dan twee keer zo hard reed als ik.

 

Mijn dochter had gespeeld bij een vriendinnetje en ik belde daar aan om ze op te halen. Mijn dure gazellefiets stond onder handbereik tegen het poortje van het tuinhek. Enthousiast werd ik door de moeder begroet en ik moest vooral komen kijken naar wat de meisjes hadden ingestudeerd. Ik zou eigenlijk snel aan de slag moeten met het avondeten maar vooruit, een beetje cultuur, en  zeker van je eigen dochter, wilde ik toch niet laten schieten. Ik werd in de serre op een stoel gezet naast de goedgemutste moeder en de dansjes konden beginnen. Enthousiast, en later steeds ongeduldiger, bekeek ik de ingestudeerde bevallige bewegingen van de elfjarigen. Ik wilde weg want mijn fiets stond niet op slot! Onmiddellijk nadat ik vond dat het laatste dansje afgelopen moest zijn, riep ik op om snel te gaan omdat er anders die avond niets te eten zou zijn en dat ze heel mooi hadden gedanst. Buiten aangekomen kon ik een bitse vloek niet onderdrukken...

 

 

 

 

Ergens was het een zegen dat hij weg was. Wat heb je aan trommelremmen als je zonder te moeten remmen al stil valt, en die versnellingen, dat geeft ook alleen maar wrijving. Dat was misschien wel de reden dat ik niet vooruit kwam.. Nee, dat was het niet, ik kon nu toch eindelijk wel toegeven dat ik zelf achteruit was gegaan. Het fietsen had zijn glans verloren maar ik had een fiets nodig om naar het werk te gaan. Dus toch maar op internet zoeken en op marktplaats zag ik hem staan, een ”Giant Lafree” elektrische fiets. Ik dacht nog even terwijl ik op foto-link klikte dat het wel een suf model zou zijn, maar dat was zeker niet het geval. Het leek wel een iets te buikige maar toch wel elegante mountainbike. Snel zag ie eruit; ik hoefde er niet lang over na te denken. Die avond nog zat ik voor een proefrit parmantig op de “Lafree” en ik viel er bijna meteen weer af toen ik na de eerste trap met een veel grotere snelheid vooruit ging dan ik verwachtte.

 

De volgende dag scheen er een waterig zonnetje, en ik besloot dat het fietsweer was. De kinderen besloten ook dat het fietsweer was en ze waren al snel aan het argumenteren wie er als eerste op die “vette” fiets mocht. Terwijl ik vertrok hoorde ik nog juist zeggen dat het niet uitmaakte wie de oudste is. Lekker wel dacht ik, want de oudste dat ben ik.

 

Rijden op de Giant-Lafree geeft je een supermangevoel. Aan elke trap die je doet voegt de elektromotor 25% vermogen toe. Ik koos meteen de polderroute en met de wind in het gezicht begon ik aan de achtervolging van een stipje in de verte. Net voordat ik ze inhaalde sloeg ze af. Sommige mensen kunnen niet tegen hun verlies. Dan maar geconcentreerd op een nieuw doel. Deze keer een groepje slenterende scholieren, die ik met twee vingers in de neus inhaalde. Tijd voor de terugweg. Ik verheugde me op een snelle tocht met de wind in de rug. Het begon snel, heerlijk! Plotseling stopte het stomme ding echter met meetrappen. Gefrustreerd probeerde ik de snelheid vast te houden. Het ging echter steeds langzamer tot hij ineens besloot dat het weer tijd was om mee te trappen. Dit ritueel herhaalde zich en ik kwam er langzaam achter dat hij bij ongeveer 25 km per uur stopt met meehelpen. Het zal wel te maken hebben met een wettelijke eis, maar ik vind dat toch wel heel erg jammer. Zo jammer dat ik hem om die reden misschien wel weer verkoop.